In 2022 zijn ruim 8,2 duizend mensen aan COVID-19 overleden. Dat waren er veel minder dan in de twee jaren daarvoor, toen 19,6 duizend (2021) en 20,2 duizend (2020) mensen deze ziekte als doodsoorzaak hadden. De sterfte aan andere groepen doodsoorzaken was juist hoger dan de twee voorgaande jaren, behalve aan nieuwvormingen (vooral kanker). Er overleden vooral meer mensen aan ziekten van de ademhalingsorganen. Dat meldt het CBS op basis van voorlopige maandcijfers van de doodsoorzaken.